Wat is er buiten het heelal
Wat was er vóór de oerknal
Voor het begrip ‘oneindig’ gelden de gewone rekenregels niet meer. Drie maal ‘oneindig’ is nog steeds oneindig, en zelfs oneindig maal oneindig is oneindig. Oneindig gedraagt zich in een berekening dus anders dan een eindig getal. Dit ter inleiding.
Dan nu het ‘heelal’: voor uitspraken hiervoor gelden m.i. ook andere regels. Als je ervan uitgaat dat dit begrip 'alles' omvat en dat er daardoor geen sprake kan zijn van welke context dan ook. Zo heeft het heelal geen voorkant achterkant, zijkant, boven- of onderkant.
Als je ervan uitgaat dat het heelal ook een proces is, dan kun je verder zeggen dat er geen begin en geen eind denkbaar is. Begin en eind gaan alleen op voor deelprocessen, processen die een grotere context veronderstellen: eerst was er de context, en toen ontstond daarin iets nieuws, of er verdween iets wat daarvoor in die context was opgenomen. Als je bijvoorbeeld een begin van het heelal veronderstelt, dan veronderstel je impliciet dat er voor het ontstaan van het heelal een context was waarin het heelal nog niet voorkwam… Een context die weer overblijft als het heelal ooit aan z’n eind komt.
Een kijkje in de richting van de linkerkant van het heelal. Let op, deze afbeelding staat ondersteboven.
Als we kijken naar het concept van de oerknal, dan zien we iets onbegrijpelijks. De achtergrondstraling is net zo oud als de oerknal, dat licht is het langste onderweg, het komt van het verst denkbare gebied van het heelal, het is het behang aan de binnenkant van het heelal. Heel ver van ons vandaan. Maar ga geen lichtjaar verder, je kunt niet door het behang steken, er is geen buitenkant en geen grotere context…
Hetzelfde geldt voor het moment van de oerknal: van binnenuit is er een geschiedenis die ons terugvoert naar de oerknal, maar je kunt geen jaar verder terug denken: vóór de oerknal was er geen context waarbinnen het heelal kon ontstaan.
Twee tegenstrijdigheden. Er wordt in ruimtelijke zin een eind verondersteld, maar niets daarbuiten, geen ruimtelijke context. Er wordt in de tijd gezien een begin verondersteld, maar niets daarvoor, dus ook hier geen context. Vanbinnenuit gezien wordt het heelal opgevat als een deel van een groter geheel, van een grotere ruimte en van een groter proces, maar het blijkt niet mogelijk het heelal van buiten af te zien. Op dat moment blijkt het niet meer over een deel te gaan maar over 'alles', waardoor er van een context geen sprake meer kan zijn.
Nu kun je zeggen dat ons idee over het heelal ‘contra intuïtief’ is, maar wanneer mag je dat zeggen? In het bedrijven van wetenschap proberen we toch tegenstrijdigheden uit te sluiten. Wanneer kun je dan een tegenstrijdigheid overrulen door deze een ‘contra intuïtieve’ waarheid te noemen?
Zijn we niet bezig het ondenkbare concept van een uiterste grens en een eerste begin aan de ons omringende wereld op te dringen? Dat zou misschien verklaren waardoor we, op basis van dit concept, zulke contra-intuitieve 'antwoorden' van deze wereld terugkrijgen.
Wat was er vóór de oerknal
Voor het begrip ‘oneindig’ gelden de gewone rekenregels niet meer. Drie maal ‘oneindig’ is nog steeds oneindig, en zelfs oneindig maal oneindig is oneindig. Oneindig gedraagt zich in een berekening dus anders dan een eindig getal. Dit ter inleiding.
Dan nu het ‘heelal’: voor uitspraken hiervoor gelden m.i. ook andere regels. Als je ervan uitgaat dat dit begrip 'alles' omvat en dat er daardoor geen sprake kan zijn van welke context dan ook. Zo heeft het heelal geen voorkant achterkant, zijkant, boven- of onderkant.
Als je ervan uitgaat dat het heelal ook een proces is, dan kun je verder zeggen dat er geen begin en geen eind denkbaar is. Begin en eind gaan alleen op voor deelprocessen, processen die een grotere context veronderstellen: eerst was er de context, en toen ontstond daarin iets nieuws, of er verdween iets wat daarvoor in die context was opgenomen. Als je bijvoorbeeld een begin van het heelal veronderstelt, dan veronderstel je impliciet dat er voor het ontstaan van het heelal een context was waarin het heelal nog niet voorkwam… Een context die weer overblijft als het heelal ooit aan z’n eind komt.
Een kijkje in de richting van de linkerkant van het heelal. Let op, deze afbeelding staat ondersteboven.
Als we kijken naar het concept van de oerknal, dan zien we iets onbegrijpelijks. De achtergrondstraling is net zo oud als de oerknal, dat licht is het langste onderweg, het komt van het verst denkbare gebied van het heelal, het is het behang aan de binnenkant van het heelal. Heel ver van ons vandaan. Maar ga geen lichtjaar verder, je kunt niet door het behang steken, er is geen buitenkant en geen grotere context…
Hetzelfde geldt voor het moment van de oerknal: van binnenuit is er een geschiedenis die ons terugvoert naar de oerknal, maar je kunt geen jaar verder terug denken: vóór de oerknal was er geen context waarbinnen het heelal kon ontstaan.
Twee tegenstrijdigheden. Er wordt in ruimtelijke zin een eind verondersteld, maar niets daarbuiten, geen ruimtelijke context. Er wordt in de tijd gezien een begin verondersteld, maar niets daarvoor, dus ook hier geen context. Vanbinnenuit gezien wordt het heelal opgevat als een deel van een groter geheel, van een grotere ruimte en van een groter proces, maar het blijkt niet mogelijk het heelal van buiten af te zien. Op dat moment blijkt het niet meer over een deel te gaan maar over 'alles', waardoor er van een context geen sprake meer kan zijn.
Nu kun je zeggen dat ons idee over het heelal ‘contra intuïtief’ is, maar wanneer mag je dat zeggen? In het bedrijven van wetenschap proberen we toch tegenstrijdigheden uit te sluiten. Wanneer kun je dan een tegenstrijdigheid overrulen door deze een ‘contra intuïtieve’ waarheid te noemen?
Zijn we niet bezig het ondenkbare concept van een uiterste grens en een eerste begin aan de ons omringende wereld op te dringen? Dat zou misschien verklaren waardoor we, op basis van dit concept, zulke contra-intuitieve 'antwoorden' van deze wereld terugkrijgen.
posted on Friday, March 11, 2011 4:31 PM