Simon Carmiggelt
In 1980 stuurde mijn moeder een paar van de opmerkingen van mijn zonen Pier en Kamiel naar Simon Carmiggelt. Zij waren toen 5 en 3 jaar oud en hadden al heel wat opmerkelijke opmerkingen gemaakt.
Carmiggelt had in de krant gevraagd om opmerkingen van kinderen naar hem op te sturen. Deze wilde hij gebruiken voor een nieuw boekje. In ruil zou hij dan een boekje terugsturen dat niet in de handel was, getiteld 'speciaal voor u'.
Carmiggelt was zo enthousiast over de opgestuurde opmerkingen dat hij twee boekjes stuurde, en in een van deze boekjes schreef hij:
En dan Pier en Kamiel
-Pap, waarom heb jij geen kinderen?
Pier
-Vogeltjes weten allemaal niet hoe je heet
Pier
—-
Hij luistert naar de tijdmelding door de telefoon
-Meneer he, batterij
Kamiel
—-
-Jij bent niks he
jij bent alleen maar Flip
Pier
—-
Over de nagalm in een tunnel
-Het geluid gaat uit je oor
en dan er weer in
Pier
Waar eten clownen in de stad?
Pier
—-
-Weet je wat een meeuw kan?
Vlak boven het water stil staan
Dan speelt-ie dat-ie vliegt
Pier
—-
Onderweg zien we een truck met een hijskraan erop
-Die is groot he
die past niet in een emmer
Kamiel
—-
Ik zeg iemand goeiendag in de stad en hij vraagt:
-Ken je die?
Als ik antwoord dat ik die persoon alleen van gezicht ken
vraagt hij door, licht geirriteerd
-Oh ja, hoe heet z'n gezicht dan?
Pier
-Een wiel van een scooter
is dat net zo groot als een opgerold babietje?
Pier
—-
-Weet je wanneer je altijd kadootjes krijgt?
Als je verliefd bent op Sinterklaas
Pier
—-
-Dit ei
zit helemaal vol ei
Pier
—-
-Als je loopt
kan je niet fietsen
Kamiel
—-
-Lucht kan je niet zien
daarom noemen ze het wind
Pier
—-
Kamiel: Ik heb gevonden
Pier: Wat?
Kamiel: Ik
Pier: Wat heb je gevonden?
Kamiel: Mezelf
Pier: Hoe kan dat nou, je kan toch praten (=denken=bewustzijn?)
Dan heb je jezelf toch niet gezoekt!
—-
-Als Sinterklaas dood gaat
komt er zo weer een nieuwe
Pier
—-
Hij luistert naar een sprookje:
-Die mevrouw zegt 'paard'
maar dat paard weet het niet
Kamiel
—-
Pier tegen Kamiel als ze ruzie hebben over een autootje:
-We kunnen toch gewoon iets afspreken!
Anders schiet ik je dood!
—-
Kamiel speelt dat een autootje een hondje is
Het gaat om een vooroorlogs, ouderwets model.
-kijk, ik heb een ouderwetse hondje
—-
-Hoe voel je je in een ambulance?
Pier
—-
-Speelgoedfabrieken stinken niet
he pap?
Pier
—-
Kamiel: Die hijskraan is lief he
Ik: Hijskranen, maar die kunnen toch niet praten?
Kamiel: Maar die hijskraan vindt mij wel lief
—-
We rijden wat snel over een steil bruggetje:
Oh!
ik krijg een hele koude buikje
van die bruggentje