Stedenbouw in de Verenigde Staten


AMERIKA IN DE SCHADUW VAN DE DROOM 
Impressies van een excursie naar Las Vegas en Phoenix voorjaar 2008. 
 
Rare jongens
Onze eerste verblijfplaats was Las Vegas. De centrale as van Las Vegas, ‘the strip’, wordt geflankeerd door een indrukwekkende verzameling decorstukken die voor een groot deel naar de geschiedenis van de Europese cultuur verwijzen, een cultuur die verder geen enkele rol speelt, want binnen, achter de coulissen, bevinden zich hectares, van vaste vloerbedekking voorziene, hallen, gevuld met gokmachines en rokende, drinkende en snackende Amerikanen, die niet meer weten of het nu dag of nacht is. Want om het verblijf van gokkers in de casino’s zo lang mogelijk te rekken zijn er geen ramen in aangebracht waardoor de ochtend naar binnen zou kunnen krieken.  
Dit alles gaf me een gevoel van bewondering en verbazing, hoe hebben ze het bedacht, en wat hebben ze het mooi gemaakt, maar ook van afkeer en onzekerheid: waar gáát dit over, waar zijn ze hier mee bezig? Is dit waar elke Amerikaan van droomt? Om toch minstens één maal in zijn leven, maar liefst natuurlijk vaker, een bezoek te brengen aan Las Vegas, het icoon van de ultieme Amerikaanse cultuur? En onwillekeurig dacht ik, vrij naar Obelix: ‘rare jongens die Amerikanen’.  
 
Beter dan het origineel
Na de strip hebben we ook enkele buitenwijken Las Vegas bezocht. Uitgestrekt en duidelijk op het gebruik van de auto gebaseerd.  En uitgerust met toegangspoorten en muren. Het wilde westen is kennelijk nog steeds erg gevaarlijk!
Voor de architectuur werd ook hier weer op Europees beeldmateriaal teruggegrepen. Zo hebben we heerlijk geluncht in Montelago, met uitzicht op wat gondels en de Ponte Veccio. Als je deze mooie replica ziet, dan kun je het bouwvallige en door de tijd aangetaste origineel gerust afbreken.
 

 

             Ponte Vecchio in Florence
 
 

 
 Ponte Veccio in Montelago; beter dan het origineel.  

 

Fear driven
Later hebben we Phoenix aangedaan. De stedebouwkundige opzet verschilt hier niet van die van de meeste Amerikaanse steden en is gebaseerd op het rechthoekig grid. Dat hoeft nog geen probleem te zijn, zo’n grid is een mooi open systeem, met vele mogelijkheden.
Maar hoe gebruik je het? Nan Ellin, van de universiteit van Phoenix, vertelde ons in haar lezing dat bij stedebouw drie aspecten essentieel zijn: economie, ruimtelijke vorm en sociale cohesie. Maar, en we dachten dat al te zien, in hoe het grid gebruikt wordt is het eerste aspect maatgevend.
En daar kan het tweede aspect, de ruimtelijke kwaliteit, dan wel eens onder lijden. Want wat niet rendeert na 5 of 10 of 20 jaar, wordt afgebroken en door iets nieuws vervangen. En zo is de stad voortdurend in beweging. Dat kun je, aangestoken door het enthousiasme van Rem Koolhaas over de ‘Generic City’, uit volle borst toejuichen, maar het is de vraag hoe ‘real life’ bewoners dit ervaren. Want door het voortdurende veranderingsproces laat de geschiedenis bijna geen sporen na. Alleen een decorstuk verwijst hier en daar naar een (geleende) historie. Maar dat wordt over een paar jaar misschien ook weer afgebroken.       
Daarbij komt dat de stad nauwelijks openbare ruimten kent. Want openbare ruimten kosten geld. Publieke ruimten zijn er echter wel, want deze kunnen winstgevend zijn. Hier kun je terrasjes maken met horecagelegenheden of winkels en ziedaar, het geheel is exploitabel. Maar zo komt met de leidende rol van het economisch krachtenspel niet alleen de ruimtelijke vormgeving in het gedrang, maar ook het derde aspect, de sociale kant van de stedebouw… want de stad is nu letterlijk ‘in bezit genomen’ door ontwikkelaars en uitbaters, terwijl de bewoners, alleen nog maar als brave, geïndividualiseerde consumenten bij de eersten op de koffie kunnen komen. Is dit genoeg voor bewoners om zich te engageren?
Kunnen zij zich een dergelijke stad nog eigen maken, een stad die geen historie laat zien (of het moet de geleende historie zijn van een aantal decorstukken) en een stad waar zij, als consument, en als individu, op bezoek zijn. Misschien geeft dit eerder onzekerheid, identiteitsverlies en angst. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor de vele mijlen Berlijnse muur waarachter zij zich, in hun huizen, hebben teruggetrokken. Voor de veiligheid. Stedebouw in Amerika is ‘fear driven’, aldus Nan Ellin.
 
Maar ben ik nu niet een beetje te somber? En weinig realistisch? Ik bedoel, wat nu in Amerika gebeurt, zal over 10 jaar ook bij ons gebeuren. We hebben het hier wel over de vooruitgang, en die hou je niet tegen. En je weet dat je, door je daartegen te verzetten, verdacht veel gaat lijken op die mopperende kereltjes in de loge, van de muppetshow. Althans, dat is het stempel dat adepten van het primaat van het primaat van de economie al gauw voor je klaar hebben liggen.      
Maar wacht even, wie bepaalt hier wat vóóruit is en wat áchteruit? Als we nu eens vertrouwen op ons eigen oordeelsvermogen. We zijn, als we nog 10 jaar hebben, misschien juist op tijd om te onderzoeken hoe we ons verre kunnen houden van een ‘fear driven’ stedebouw. We waren toch in Amerika om iets te leren, en niet om trends te watchen en deze mee naar huis te nemen…   
 
Centrum zonder stad
Wat ik erg leuk vond was de ghosttown ‘The Lost Dutchman’. In eerste instantie vanwege de romantiek was dit nu ook een decor, of was het per ongeluk echt oud? Een vraag die irrelevant werd op het moment dat ik me realiseerde dat deze sporen van primitief ondernemerschap een heel bruikbaar concept leverden om onze eigen verrommeling tegen te gaan.


Een cowbodorp: alleen centrumvoorzieningen…

 

Cowboydorpjes als dit bestonden namelijk alleen uit centrumvoorzieningen. Zonder woonbuurten of wijken eromheen. Dat kennen we niet in Europa! Daar moet je oog op vallen. De cowboys die er kwamen woonden allemaal ver weg, in de omstreken. Zo’n dorp was een ‘centrum zonder stad’, een concept dat wellicht ook een rol zou kunnen spelen om de verrommeling tegen te gaan: we kunnen centra maken, bovenstedelijke centra, met verschillende bovenstedelijke voorzieningen, en dan zonder woningen eromheen. Door de nu nog verspreid liggende kantorenparken, bedrijvenparken, megabioscopen, kartingbanen, dierentuinen, pretparken, golfbanen, restaurants, motels, meubelboulevards en autoshowrooms bij elkaar te voegen tot gevarieerde centrumgebieden, kunnen we de voordelen van een ligging aan het snelwegennetwerk behouden en tegelijkertijd een aanzet geven tot een nieuwe vorm van (boven)stedelijkheid. In plaats van verrommeling dus.
 
In de schaduw van de droom
Amerika was lange tijd het land van de toekomst. Een toekomst waar ‘vrijheid’ zou heersen. Een begrip dat vooral vertaald werd als ‘ondernemersvrijheid’. Iedereen lekker aan de slag, en als je maar wil is succes verzekerd. Want ‘succes is een keuze’. Een zonnige toekomstdroom. Maar zoals we gezien hebben heeft deze, behalve voor zon, ook voor schaduw gezorgd. Ondernemend Amerika steunt, zoals in Las Vegas, op beelden die referen aan de geschiedenis van andere culturen. Vlaggen die op geen enkele wijze de lading dekken: speelautomaten.
In gewone steden, zoals Phoenix, leidt de droom over het vrije ondernemerschap tot het ontbreken van verwijzingen naar de historie. En tot de transformatie van openbare in publieke ruimten. Waar stedelingen worden getransformeerd tot individuele consumenten, op bezoek in eigen stad.
Wat betekent de oude droom van het vrije ondernemerschap en succes nu voor het leven van de Amerikaanse stedeling? Beelden die verwijzen naar andermans historie, het ontbreken van verwijzingen naar de eigen historie, geïndividualiseerd en op bezoek in eigen stad. Is het daardoor dat zij, ‘fear driven’ troost en bescherming zoeken achter grijze muren die hun woonbuurten omringen?
In de schaduw van de droom wordt een nieuw Amerika zichtbaar, klaar voor nieuw onderzoek, en nieuwe ontdekkingen…   
 
Flip Krabbendam
posted on Wednesday, November 05, 2008 8:54 AM

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *