Magie in de wetenschap


Onttovering of bezwering?
 
-Werpen met kometen
De wetenschap zou de wereld ‘onttoverd’ hebben. Waardoor ieder die zich op de wetenschap oriënteert in een saaie grijze wereld leeft. Zonder geheim, zonder poëzie. Dat was vroeger wel anders! Zo waren er in de middeleeuwen nog heksen en tovenaars die mensen beter konden maken, of ziek, die bladeren  konden veranderen in geld en die de toekomst konden lezen uit een glazen bol. Ook de Schepper blies zijn partijtje mee, als hij kometen lanceerde om tot het kwaad geneigde aardbewoners te waarschuwen, om belangrijke gebeurtenissen aan te kondigen of om de loop der planeten bij te stellen.
 

 

Kometen om aardbewoners te waarschuwen, belangrijke gebeurtenissen aan te kondigen of de loop de planeten bij te sturen.  

 

Maar met de ontwikkeling van het wetenschappelijke denken werd de natuur meer en meer begrepen als een serie van mechanismen die konden worden beschreven in wiskundige formules. De geheimen en de poëzie verdwenen, en alles zou voorspelbaar worden.
 
-Meten en wegen
De filosoof en wiskundige Descartes speelde hierin een belangrijke rol. Hij had zich, methodisch twijfelend, afgevraagd wat er van onze ervaring nu echt betrouwbaar was. Want konden onze zintuigen ons niet altijd bedriegen! Wat waren een kleur, een geur of een geluid… bestonden die wel echt? Of waren dat effecten die door onze zintuigen zélf werden geproduceerd? Hij kwam tot de conclusie dat alleen de indrukken van substantie en uitgebreidheid van de werkelijkheid buiten ons afkomstig waren. Dus dat alleen dat wat je kon meten en wegen vertegenwoordigde de werkelijkheid. Alle ervaringen die daarbuiten vielen waren niet meer dan effecten van de zintuigen, illusies, waar je je niet door moest laten misleiden.
 
-Onttovering
Deze gedachte leeft nog steeds voort in de wetenschap. En dan vooral in natuurwetenschappen. Kwantificeerbaarheid staat hier nog steeds voor objectiviteit en zo beperkt men zich tot kilogrammen, meters, seconden, ampères, temperatuurgraden en candela’s, want deze zogenoemde grondeenheden zijn kwantificeerbaar. Massa, lengte, tijd, electrische stroom, temperatuur en lichtsterkte kunnen alle in getallen worden uitgedrukt.
En als we getallen beschikken dan kunnen we deze invoeren in wiskundige formules om zo de causale samenhang tussen de verschillende eenheden te beschrijven. En daarmee te voorspellen. Het idee is dat we op den duur alle mechanismen die in de natuur voorkomen, wiskundig kunnen beschrijven, waarmee we ook alles kunnen voorspellen. En dan zullen we merken dat er geen ruimte meer overblijft voor heksen, tovenaars of andere bovennatuurlijke krachten die de door de natuur gegeven causaliteit zouden kunnen doorkruisen. En daarmee is de wereld is onttoverd. En dat kun je betreuren, zoals Albrecht Dürer, die vond dat de nadruk op wiskunde tot melancholie leidde.   

 

 
 
 Albrecht Dürer: te veel aandacht voor wiskunde kan leiden tot melancholie

 

-Tegenwerpingen
Nu kun je je kwaad maken over de onttovering omdat de wereld hierdoor pijnlijk saai wordt. Hoho, roept een koor van wetenschappers dan, wetenschap is een avontuur en juist in de wetenschap kun je zien hoe mooi de natuur in elkaar zit.
Jajaja, maar die voorspelbaarheid dan, zijn wetenschappers niet eigenlijk de boekhouders van het universum?
Hier zullen wetenschappers tegenwerpen dat het met de voorspelbaarheid bij nadere beschouwing ook wel weer meevalt. Er zitten nog vele gaten in het wetenschappelijk bedrijf: zo kan de wereld van de grote getallen worden beschreven met de relativiteitstheorie, maar op atomair niveau geldt dan weer de kwantenmechanica en deze beide beschouwingswijzen passen niet aan elkaar…  Het lukt ze dus niet, maar ondertussen streeft men in de wetenschap evengoed toch naar eenheid! Naar een theorie waarmee alles beschreven kan worden.  
Zoals de snarentheorie waarmee men op dit moment de bestaande natuurwetenschappelijke theorieën tot een eenheid probeert te brengen. Het uiteindelijke doel lijkt hier toch een soort sluitens kasboek te zijn.  
 
-Boekhouding
Tegenstanders van het wetenschappelijk bedrijf, die volhouden dat wetenschap in de grond van de zaak neerkomt op een geestdodende boekhouding, roepen smalend dat het met die eenheidstheorie toch nooit zal lukken. En daarbij beroepen ze zich niet zelden op kennis van bovennatuurlijke verschijnselen die stamt van voor de tijd dat Donar nog zelf voor de donder en de bliksem zorgde. Kennis die al sinds eeuwen door wetenschappers wordt afgedaan als illusoir. Maar ligt hier de kern van het probleem? Zouden we ons massaal moeten toeleggen op oude toverkunsten om aan het dodende oog van de wetenschap te ontkomen, om de onttovering een halt toe te roepen?       

Laten we nog eens naar de boekhouding kijken. Toegegeven, de getallen en de formules lijken voorbestemd om ons te onttoveren. Maar de grondeenheden, de meters, seconden, kilogrammen, ampères, temperatuurgraden en candela’s, dat wil zeggen afstanden, tijd, massa, stroom, temperatuur en licht, zijn die ook allemaal onttoverend? Deze kwaliteiten die we in de wereld kunnen ontdekken zijn kwantificeerbaar, maar moeten we daaruit concluderen dat ze niet bijzonder zijn?      
 
-Bezwering
Het feit dat kwaliteiten in wiskundige vergelijkingen zijn onder te brengen die hun werking voorspelbaar maken, betekent nog niet dat deze kwaliteiten zelf geestdodend zijn. Of moeten leiden tot melancholie.       
Als we de ruimtelijkheid van de wereld, ontwikkelingen in de tijd, de weerstand van een massa, de prikkeling van een elektrische stroom, de warmte, de kou, en het verschijnsel licht, op ons in laten werken, dan kunnen we toch zeggen dat we in een geheimzinnige en betoverende wereld leven. Wat is een meter, behalve 100 centimeter, wat is een uur, behalve 60 minuten, wat is een kilogram, behalve 1000 gram, wat is een ampere, behalve 1000 miliampère, wat is kou, behalve minus 250 Kelvin, wat is 1 candela, behalve dat we kunnen zeggen dat 100 candela net zoveel is als het licht van een grote gloeilamp… Als we kijken naar de kwaliteiten waar de grondeenheden naar verwijzen, wat zien we dan, als we afzien van kwantificering? Blijkt dan niet dat we in een wereld leven die alle bovennatuurlijk getover overbodig maakt!
Nu is de wereld van kwaliteiten waar we ons in geplaatst zien door haar onverklaarbaarheid misschien niet alleen betoverend, maar ook verontrustend, zo verontrustend dat de boekhouders van de wetenschap eenzijdig de nadruk hebben gelegd op de causaliteit die zij erin konden ontdekken. Waarbij zij de formules van de wetenschap hebben gebruikt als toverformules om de verontrustende contingentie van de ons omringende wereld op magische wijze te bezweren. Daardoor lijken zij misschien wel meer op hun magische opponenten dan zij zelf denken.

-Objectief
Wat sommigen zien als de zon over een besneeuwd landschap schijnt, of wat zij ervaren als ze bij stormachtig weer langs de zee wandelen, of als hun vliegtuig boven de wolken uitstijgt, dat geldt ook als het motregent of als de zon de hele wereld in stof en zweet verandert… de wereld is betoverend in die zin dat haar hele palet van kwaliteiten onverklaarbaar is.
Waarom zouden wetenschappers deze betovering willen bezweren? Als zij werkelijk objectief zijn, kunnen zij de wereld toch ook in haar betoverende waarde laten?            

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

posted on Friday, January 04, 2008 4:35 PM

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *