Voortschrijdend inzicht en excuses


Voortschrijdend inzicht en excuses

Op het moment is er veel discussie over excuses voor het slavernijverleden van ons land. Met dit essay wil ik proberen een context voor deze discussie te schetsen. Waarbij ik het woord slavernij niet meer zal laten vallen.

Aderlaten
Ooit was dit een middel om mensen beter te maken. Artsen passen deze ‘geneeswijze’ niet meer toe, omdat men inzag dat het niet werkte. En zo kunnen we zeggen dat er hier sprake was van voortschrijdend inzicht, iets dat duidelijk blijkt, niet omdat artsen zich hier nog dagelijks tegen uitspreken, het blijkt uit hun daden, het wordt niet meer toegepast.
Excuses lijken hier niet terecht, artsen pasten aderlating toe in het volle vertrouwen dat zij daar goed aan deden. Als zij er, om het gewin, toch mee door gingen op het moment dat zij wisten dat aderlating niets uithaalde, dat het misschien meer kwaad dan goed deed, dan zouden excuses wel op hun plaats zijn. Excuses die gepaard zouden moeten gaan met een gedragswijziging, want als je een fout toegeeft, ligt het niet voor de hand dat je er gewoon mee door gaat. Want wat zijn je excuses dan nog waard!

Kinderarbeid
Kinderarbeid is nu bij de wet verboden, dus ondernemers mogen hier geen gebruik meer van maken. Dankzij wetgeving is er een leeftijdsgrens gesteld aan werknemers.


Kinderarbeid

Misschien dachten fabriekseigenaren ooit dat kinderarbeid goed was om hun families te steunen, per slot van rekening waren deze families, die veelal van het platteland kwamen, gewend dat kinderen ook werkten, op de boerderij. Maar hoe denken werkgevers daar tegenwoordig over? Als het niet wettelijk verboden was, dan zouden ze er misschien nog steeds mee doorgaan, zoals in andere delen van de wereld. Hier zouden excuses van werkgevers misschien te veel zijn, ze houden zich immers aan de wet. Maar een verklaring van voortschrijdend inzicht zou misschien toch op z’n plaats zijn, om duidelijk te maken dat zij er inderdaad anders over denken, om hun naam te zuiveren.
Wie zouden dat dan moeten doen? In ons land misschien de verzamelde werkgeversorganisaties.
Maar wacht, werkgevers hebben zich in het verleden toch duidelijk misdragen en leed berokkend. Is een verklaring van voortschrijdend inzicht dan wel genoeg? Zijn excuses hier niet toch op hun plaats?
Maar excuses aan wie? De nazaten van tewerkgestelde kinderen uit de vorige eeuw? De werkgevers van nu zouden dan de schuld hebben geërfd en de nazaten van de uitgebuite kinderen het toegebrachte leed. Maar geërfde schuld en geërfd leed, wat zou dat kunnen zijn? Plaatsvervangende schaamte en plaatsvervangend lijden?

Uitbuiting van arbeiders
Hoewel er hier ook sprake is van wettelijke regels, zoals een minimum loon en maximale werktijden, is er toch nog voldoende ruimte voor uitbuiting en je krijgt soms de indruk dat het voortschrijdend inzicht, dat we uitbuiting afkeuren en achter ons gelaten hebben, nog niet geheel is doorgedrongen tot werkgevers.
Nu lijken zij gedekt door de gezaghebbende theorie van Adam Smith, Volgens deze theorie  zouden vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd door onderhandeling. Niet alleen tussen producenten en consumenten maar ook tussen werkgevers en werknemers. Dan zou alles goed komen, zo was de theorie. In de onderhandeingen waren beide partijen vrij, dus ook de arbeiders, en dat was al een stuk beter dan het middeleeuwse lijfeigenschap. Het idee was dat deze vrije onderhandelingen zouden leiden tot een evenwicht van belangen en rechtvaardig lonen.

Maar hoe zou dit onderhandelen alles in evenwicht kunnen brengen en zorgen voor rechtvaardigheid? Bij onderhandelen spelen machtposities een beslissende rol, en hoewel er geen lijfeigenen meer waren was er nog wel spraske van een grote machtsongelijkheid. Werknemers stonden in de onderhandelingen als behoeftige individuen tegenover een machtige fabriekseigenaar, die een ‘voor jou tien anderen’ uitstraalde. Hoe konden ze op tegen deze fabriekseigenaren, met hun van de adel afgekeken dedain voor het lagere volk! Het was niet voor niks dat arbeiders, om sterk te staan, zich organiseerden in vakbonden. Maar die zijn inmiddels minder gangbaar geworden. We leven nu in een tijdsgewricht waarin mondiale bedrijven de scepter zwaaien en soms kunnen deze het lidmaatschap van een vakbond verbieden. Ook besteden zij veel werk uit aan kleine zelfstandigen, een moderne versie van de ‘los-werkman’ die geen poot heeft om op te staan of op te spelen. Niet alleen voor deze kleine zelfstsndigen, maar ook voor degenen die nog in dienst zijn geldt nu dat het inkomen afhankelijk is van hun inzet. Als je maar wil, dan kun je het maken. Doe je best maar! Een machteloze positie, als het gaat om onderhandelen. En met deze aanpak blijft de bedenkelijke opstelling van bedrijven buiten de discussie, onbesproken!
En zo ligt het uitgangspunt van Adam Smith idee nog steeds aan de basis van ons economisch denken, het idee dat onderhandelen tussen werkgevers en werknemers zou leiden tot een evenwicht tussen vraag en aanbod en daarmee voor rechtvaardige lonen.
Werkgevers kunnen zich hierop beroepen, om vervolgens hun handen in onschuld te wassen en een gezicht te trekken dat zegt: als je hier tegenin gaat, dan begrijp je niets van economie.

In de negentiende eeuw was er ook nog sprake van een ander soort onschuld. Er waren fabriekseigenaren die de rechtvaardiging van hun uitbuiting meenden te vinden in hun geloof: God zou deze fabriekseigenaar belonen omdat deze beschaafd en gelovig waren, naar de kerk gingen en dagelijks zijn gebeden deden, terwijl arbeiders toch wat grover besnaard waren, niet zelden goddeloos, waarbij zij de neiging hadden te vloeken en tot laat in de kroeg te blijven hangen. Dit klinkt misschien verouderd, maar hoeveel verschilt dit van wat nu tegen werknemers wordt gezegd. In plaats van: ‘je moet ook niet in de kroeg hangen’ is het nu: ‘je kunt het, als je maar je best doet’. En misschien kan je zeggen dat het bedrijf, de multinational, de plaats van God heeft ingenomen.

Misschien zou het toch interessant zijn als werkgeversorganisaties zich nog eens duidelijk distanciëren van hun geloof in economische wetten die misstanden veroorzaken en voor alle zekerheid ook van hun geloof in een opperwezen dat deze misstanden rechtvaardigt. Getuigen van voortschrijdend inzicht is hier misschien wat mager, als je in aanmerking neemt dat uitbuiting nog steeds bestaat, bij multinationals, in de Derde Wereld, in Qatar, en ook nog in Nederland, bij bezorgdiensten, in de vleesindustrie en in de glastuinbouw. Ondanks de aanwezigheid van wetgeving die dit verbiedt en van vakbonden die opkomen voor de rechten van werkenden. Hier lijken excuses zeker op hun plaats. Excuses die pas wat waard zijn als ze hand in hand gaan met gedragsverandering.


Arbeiders in Qatar

De aarde draait om de zon
Dan de katholieke kerk met aan het hoofd de paus, die God op aarde heet te vertegenwoordigen, en daarmee wordt geacht onfeilbaar te zijn. Want als God alwetend is, dan moet dit toch afstralen op zijn vertegenwoordiger op aarde. Zo was paus Paulus V onfeilbaar toen hij stelde dat Galileo Galilei ongelijk had en dat de zon om de aarde draaide. Galilei moest zijn woorden terugnemen en kreeg huisarrest tot het eind van zijn leven en een verbod zijn omstreden theorie te publiceren.
Nu was het stanspunt van de paus misschien te begrijpen: de mens was immers de ‘kroon op de schepping’ en waarom zou God deze kroon op zijn werk ‘ergens’ in een ‘zijvertrek’ van het heelal wegzetten!? Het was ondenkbaar dat de aarde niet in het middelpunt zou staan.

Galilei werd begraven in een bijgebouw van de Santa Croce basiliek in Florence. In 1737 werd hij herbegraven, maar nu in de basiliek van deze kathedraal, waar ook Michelangelo en Machiavelli begraven lagen. Een teken van voortschrijdend inzicht en van eerherstel. Bij deze gelegenheid ontdekte men dat Gallilei de duim en de middelvinger miste  van zijn rechterhand. Had men deze bij de eerste begrafenis afgehakt omdat men toen dacht dat hij zijn theorie uit zijn duim gezogen had om vervolgens de paus zijn middelvinger te geven?


De middelvinger van Galilei

Voortschrijdend inzicht: onfeilbaarheid maakt het moeilijk van inzicht te veranderen zonder verlies aan geloofwaardigheid. Maar als de hele wereld het nieuwe inzicht heeft omarmd, leidt volhouden tenslotte ook tot gezichtverlies. Een duivels dilemma. Maar door de tijd werd het steeds duidelijker: de kerk moest een keer terugkrabbelen, en toen het gebeurde, ging het voorzichtig, omzichtig, in etappes.
In 1992 verklaarde paus Johannes Paulus II, drie en een halve eeuw later, dat de kerk Galileo onrecht had aangedaan, te streng had behandeld. We kunnen hieruit begrijpen dat Galilei niet gestraft had moeten worden met levenslang huisarrest en een publicatieverbod. De paus zei nog niet dat de aarde om de zon draaide, en zo bleef het probleem van de pauselijke onfeilbaarheid buiten beeld.
Pas in 2008 verklaarde paus Benecictus XVI dat Galilei een grote bijdrage had geleverd aan de sterrenkunde. Alweer een indirecte verklaring, nu om te zeggen: ‘Hij had gelijk: de aarde draait gewoon om de zon’. Waardoor de pauselijke onfeilbaarheid ook ditmaal niet direct ter discussie werd gesteld.


Paus Benedictus XVI

Geen excuses, maar was dat ook nodig? Waren er nazaten van Galilei die nog steeds last hadden van wat de kerk hun voorouder heeft aangedaan, of was er een vereniging van gelovige kosmologen die hier nog steeds last van had?
Waarom moesten pausen Johannes Paulus II en Benedictus er dan toch nog iets over zeggen? Iedereen zal er toch van overtuigd geweest zijn dat voortschrijdend inzicht over de bewegingen van de aarde en de zon ook was doorgedrongen tot de katholieke kerk… ook zonder de verklaringen van Paukus en Benedictus. En daarbij, de kerk had allang niet meer de macht om wetenschappers naar haar hand te zetten.
Maar misschien werd het binnen de kerk toch als genant ervaren dat men hier formeel nog steeds, en tegen beter weten in, het oude standpunt huldigde, ook al had niemand er nog last van. De verklaring dat binnen de kerk inmiddels anders over Galilei werd gedacht, was dus meer iets dat nog een keer recht gezet moest worden. Maar behoedzaam, want met gevaar voor het geloof in de pauselijke onfeilbaarheid.

Afstand nemen van de inquisitie
Als we dit verschijnsel in z’n tijd zien is er misschien iets van te begrijpen: het vermoorden van ketters diende in de ogen van de kerk een goed doel. Want lieden die ‘van God los’ waren, daar kon je alles van verwachten. Middeleeuwse angst voor de vrijheid… Maar deze strengheid, ik denk toch dat daar een luchtje aan zat. Ging het hier niet ook om het verdedigen van de macht van de katholieke kerk?

Hoe dan ook, dankzij voortschrijdend inzicht noemen we een dergelijke organisatie nu een terreurbeweging en het was te verwachten dat de kerk hier een keer officieel afstand van zou nemen. Ook weer om het even recht te zetten, om te zeggen ‘We denken er nu anders over, we zijn geen boeven’.
Met dit rechtzetten werd een begin gemaakt door eerdergenoemde paus Johannes Paulus II in het jaar 2000, weer met pauselijke behoedzaamheid om het feilen van de onfeilbaarheid in de schaduw te houden. Hij vroeg vergeving ‘voor het geweld dat sommigen in dienst van de waarheid hebben gebruikt’. Voortschrijdend inzicht, heel voorzichtig geformuleerd. Het gaat om ‘sommigen’ en om ‘in dienst van de waarheid’. Dus niet om een kerkelijke terreur beweging die door middel van een schrikbewind en moord gehoorzaamheid aan kerkelijke standpunten probeerde af te dwingen. Hierbij richtte Johannes Paulus zich tot God, dus het ging eigenlijk buiten ‘ons’ om. Vraagje terzijde: zou hij ook boete hebben moeten doen? En wie heeft dat voor hem bepaald?

Een stapje in de goede richting, maar hiermee had de kerk als organisatie, als instituut nog niet echt afstand genomen van de inquisitie… Hier bracht paus Franciscus verandering in, toen hij in 2020 zijn excuses aanbood voor deze organisatie. Weliswaar twee en een halve eeuw nadat deze agressieve ‘onderzoekers’ van het ‘ware geloof’ (van de 14e tot in de 18e eeuw) actief waren in Europa, maar deze vertraging kunnen we ook weer wijten aan die vermaledijde onfeilbaarheid.


Inquisitie in actie

Excuses, gaat dat niet wat ver? Dat is toch meer iets voor als er slachtoffers zijn? Zijn er misschien mensen die nu nog de gevolgen ondervinden van wat deze praktijken hebben aangericht? Of misschien zijn er gelovigen zijn die in angst leven voor een nieuwe inquisitie. Misschien is dat de reden dat de paus gekozen heeft voor excuses. Deze houden immers een belofte in en dat kan angstige gelovigen misschien meer geruststellen dan een verklaring waar uit blijkt dat men er tegenwoordig, ook in de katholieke kerk, anders over denkt.
Dat paus Franciscus expliciet afstand heeft genomen van de inquisitie was misschien gevaarlijk, want het stelde de onfeilbaarheid van ‘de paus’ ter discussie… maar dat zal hij over hebben gehad voor genoemde angstige gelovigen, die zich nu veilig kunnen voelen. Het zal toch minstens weer een paar eeuwen duren voordat een volgende onfeilbare paus zijn, of dan misschien haar, standpunt weer kan wijzigen.

Vrouwenrechten
Eeuwenlang zijn vrouwen in de politiek genegeerd. Dat was iets voor heren van hogere standen, en sinds 1848 voor mannen uit alle geledingen van de maatschappij. Pas in 1929 is er sprake van algemeen vrouwenkiesrecht. Het recht om te kiezen en gekozen te worden. En wat te denken van ‘handelingsbevoegdheid’? Pas in 1956 werd de handtekening van de vrouw rechtsgeldig. Daarvoor moest altijd een of haar man voor haar tekenen…
Vrouwen zonder formele rechten, is dit te begrijpen vanuit de geschiedenis? Was het ooit logisch? Of was het altijd al een schrijnende misstand? Bekend is het verhaal dat vrouwen resideerden in de privésfeer, en dat mannen de buitenwereld voor hun rekening namen. Van daaruit zou je de ongelijkheid kunnen begrijpen, maar op basis waarvan zou je zo’n scheiding tussen een vrouwen- en een  mannendomein dan weer aannemelijk kunnen maken? Hebben ze dat ooit afgesproken?
Hoe dan ook, nu denken we hier inmiddels anders over, er is sprake van voortschrijdend inzicht. Maar toch zit het nog niet helemaal lekker. Vrouwen hebben nog steeds te maken met achterstelling, al is hun positie formeel gelijkwaardig aan die van de man. Daarmee blijven excuses gewenst, omdat deze niet alleen blijk geven van voortgeschreden inzicht, maar ook de belofte inhouden dat met onmiddelijke ingang tot verandering zal worden overgegaan.
Maar wie vertegenwoordigt hier de mannen en wie de vrouwen? Om het even bij ons land te houden, is er een ‘Nederlandse Vereniging van Mannen’ die zich kan wenden tot een ‘Nederlanse Vrouwenvereniging’?
Misschien kan het parlement hier een rol spelen: dat vertegenwoordigt iedereen in Nederland… Als alle mannelijke leden nu eens, in een gezamelijke verklaring, hun excuses aanboden aan alle vrouwelijke leden van de Tweede Kamer…

Tabaksindustrie
Voor de Tweede Wereldoorlog vroeg men zich af in de tabaksindustrie hoe zij konden zorgen dat niet alleen mannen, maar ook vrouwen sigaretten gingen roken? Dat zou een verdubbeling van de winst kunnen betekenen. Iets om over na te denken. Nu waren er al wel vrouwen die sigaretten rookten, net als mannen, om te laten zien dat zij geëmancipeerd waren. En daar speelde reclamemaker Edward Bernays slim op in door sigaretten te betitelen als ‘torches of freedom’. En hij bedacht er ook een media-event bij: op de ‘Easter Sunday Parade’ van 1929, in New York, plande hij een event: een aantal bekende Amerikaanse vrouwen zou daar demonstatief hun ‘torch’ opsteken, voor de camera’s van de pers, die vantevoren was getipt.


Sigaretten als ‘Torches of freedom’ op de Easter Sunday Parade in New York in 1929

Tot zover een geslaagde reclamestunt, als we aannemen dat men toen nog niet wist dat sigaretten verslavend waren en levensgevaarlijk. (Maar dat is niet zo zeker, al in de achttiende eeuw werd er een verband gelegd tussen het gebruik van snuiftabak en neuskanker. En in de twintiger jaren van de vorige eeuw werd (door statisticus Frederic Hoffman) al een verband gelegd tussen roken en longkanker.)

In de vijftiger jaren van de twintigste eeuw was inmiddels wel bekend dat roken gevaarlijk was. Om hun handel te beschermen ondermijnde de tabaksindustrie wetenschappelijke bevindingen door journalisten en wetenschappers artikelen te laten schrijven om twijfel te zaaien en ze gingen frontaal in de aanval door artsen te belonen als deze wilden verklaarden dat roken gezond was.

In 1946, Reynolds launched an ad campaign with the slogan, “More doctors smoke Camels than any other cigarette.” They’d solicited this “finding” by giving doctors a free carton of Camel cigarettes, and then asking what brand they smoked.


Roken gepresenteerd als iets dat juist gezond is!

Vanaf de zeventiger jaren was dan toch algemeen bekend hoe schadelijk roken is. Heeft de tabaksindustrie toen haar excuses aangeboden voor hun misleidende reclame?
Dat zou gevaarlijk geweest zijn, dit zou niet alleen een kwestie zijn van ‘we denken er nu anders over’, hier zou niet alleen iets worden rechtgezet, met excuses zou de industrie toegeven dat ze willens en wetens, een verslavend en dodelijk product hebben verkocht. Je ziet de schadeclaims al in de lucht hangen. Daarbij zouden excuses impliceren dat zij onmiddelijk zouden stoppen met het verkopen van hun dodelijke rookwaren. Dat waren ze niet van plan! Liever kochten ze wetenschappers, journalisten en doktoren om.

Maar.. sinds kort brengen zij vapes op de markt. Geen excuses voor het verkopen van levensgevaarlijke rookwaren, maar misschien toch een blijk van voortschrijdend inzicht. Blijkt hier niet uit dat zij inzien dat ze fout zaten? En dat ze de kwaadsten niet zijn door snel een onschadelijke alternatief op de markt brengen!
Laten we niet te vroeg juichen. Er zit nog steeds nicotine in vapes, ze blijven dus verslavend, en in plaats van teer zitten wer nu andere schadelijke stoffen in, stoffen die kunnen leiden tot irritatie en schade aan de luchtwegen, hartkloppingen en een verhoogde kans op kanker…
Intussen probeert men deze bedenkelijke vernieuwing ook ingang te doen vinden bij jongeren door vapes op de markt te brengen met verschillende zoete smaakjes. Grappig toch? Als er al sprake is van voortschrijdend inzicht, dan is het duidelijk dat zij daar niets mee doen. Integendeel, zij proberen, na voor de oorlog vrouwen te hebben ingepalmd, nu ook jongeren aan het roken te krijgen. Hoe eerder mensen verslaafd raken, hoe groter de omzet!


Dodelijke vapes met leuke smaakjes voor jongeren

Reclame industrie
Met kritiek op de tabaksindustrie raken we ook aan de reclame-industrie, waar men, naast journalisten, wetenschappers en doktoren, ook ijverig heeft meegewerkt aan het promoten van sigaretten. Waar we uit kunnen leren dat reclame meer kan zijn dan onschuldige doorzichtige verkooppraatjes.
De nieuwste ontwikkeling is ‘neuromarketing’, waarbij reclames getest worden door middel van een hersenscan waarop te zien is of de betreffende reclame het juiste, gevoelige plekje in de hersenen weten te raken… de hypothalamus, voor een maximaal effect. Wetenschappelijk geëffectueerde manipulatie voor een maximale winst van de opdrachtgever. Dus om nu te zeggen: ‘reclame is onschuldig, we kijken er wel doorheen’…  leg dat maar eens uit aan je hypothalamus!


Trefzekere reclame door neuromarketing

Ook hier zijn we waarschijnlijk nog ver weg van excuses. Het verweer zal zijn dat je toch altijd zelf de keuze hebt, en bovendien, zo zal men beweren, wij geven slechts voorlichting.
Ondertussen leiden omzet- en productieverhoging door reclame tot een hogere belasting van het milieu, en zo is de reclameindustrie mede-verantwoordelijk voor de uitputting van naturlijke hulpbronnen en vervuiling van het milieu. Plus dat consumenten, die voortdurend blootgesteld zijn aan reclames, afgeleid worden van wat zij zelf belangrijk vinden, van hun eigen, eigenlijke behoeften, die niet per-sé samenhangen met het aanschaffen van meer en meer producten of diensten. Wie naar de televisie kijkt wordt 20% van de tijd lastiggevallen door reclames voor producten en diensten die men zonder dit geweld waarschijnlijk niet zou missen.

Er zou hier toch sprake moeten zijn van voortgeschreden inzicht! Als we mogen aannemen dat zij die in de reclame werken niet achterlijk zijn, dan is er hier sprake van het willens en wetens veroorzaken van schade. Excuses zouden dus op hun plaats zijn, gevolgd door een directe wijziging van het gedrag. Maar daar zal, naar het zich laat aanzien, voorlopig geen sprake zijn. Want welk reclamebureau zegt nu tegen een producent: ‘Wij willen alleen nog eerlijke voorlichting geven, we zijn gestopt met het fabriceren van pogingen tot manipulatie van het koopgedrag’. Dit zou het einde betekenen van het bedrijf. Laten we ons dus geen illusies maken, voorlopig zitten we hier nog middenin.
Misschien komt er een dag dat consumenten naar de rechter stappen met schadeclaims. Hoewel… zij zullen waarschijnlijk weinig kans maken. Toon maar eens aan hoeveel je meer gekocht hebt door reclame! Dat zou de rechter dan moeten bepalen. Geef het die arme rechter maar te doen.

Bedrijfsleven
Kritiek op de reclame-industrie zet ons op het spoor van producenten die reclamebureaus inhuren om meer producten te kunnen verkopen, waardoor zij de neveneffecten van de productie, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en vervuiling, vergroten.
Ook hier mogen we aannemen dat betrokkenen wel weten hoe het zit, dat zij deel hebben aan voortgeschreden inzicht, maar ook zij kunnen het zich niet permitteren hier gehoor aan te geven. Zolang groei het middel is om te overleven in de ‘rat race’ waarin bedrijven elkaar gevangen houden… Een bedrijf dat afziet van reclame en dat minder en schoner produceert en daardoor niet meer groeit, is in de huidige economische verhoudingen ten dode is opgeschreven.


Uitputting en vervuiling van het milieu

Net als de reclamebureaus houden zij wijselijk, nee slim, hun mond. Te meer daar excuses impliceren dat men de productie direct ook anders gaat aanpakken. Bovendien zou een wijziging in gedrag zou mogelijk ook hier tot schadeclaims kunnen leiden. ‘Jullie wisten dat jjullie fout bezig waren en toch gingen jullie door met schade aanrichten’. En hoe moet dat dan met alle investeringen en het rendement voor de aandeelhouders…
Toch moeten we aannemen dat men zich ook in het bedrijfsleven zorgen maakt. De hele meute stormt op een scherpe bocht af, maar in deze rat-race durft niemand als eerste te remmen.
Terwijl zij flink vaart houden proberen zij ook te verduurzamen. Of de schijn te wekken dat ze dat doen, want ‘groen’ is waar de klant om vraagt.
Er lijkt dus sprake te zijn van voortschrijdend inzicht en van enige aanpassing van het gedrag, zodat later geen excuses hoeven te worden gemaakt. Behalve dan waar blijkt dat de aanpassing slechts voor de Bühne was. Greenwashing.


Shell wordt regelmatig teruggefloten door de reclame code commissie

Misschien dat kleine, lokale bedrijfjes die in het leven zijn geroepen voor en door buurtbewoners hier het verschil kunnen maken. Bedrijfjes waar afgestemd wordt op de behoeften van bewoners, zonder noodzaak tot groei en daarmee zonder tussenkomst van reclame, waarbij op lokaal niveau kan worden geproduceerd, met respect voor het milieu. Denk bijvoorbeeld aan een energiecoöperatie, een buurtmoestuin, een repaircafé’, wederzijdse dienstverlening en het gebruik van LET’s (Local Economy Tokens)
Terugtredende overheid
Je zou misschien verwachten dat overheden hier een regelende rol spelen. Overheden zijn toch bedoeld om de samenleving goed te laten functioneren. Dingen in goede banen leiden, op diverse terreinen, waarbij zij een stimulerende rol kunnen spelen, en daarbij opletten dat misbruik van regels en ander asociaal gedrag wordt voorkomen. Maar nu hebben we een terugtredende overheid. Zo willen zij het bedrijfsleven de kans geven te functioneren volgens de wetten van de vrije markt, en zo min mogelijk bijsturen, want, dat is het idee, dan komt het goed, dan komt iedereen aan z’n trekken, zo denkt men met Adam Smith. Dat de overheid hierin is meegegaan, is waarschijnlijk te danken aan een fikse lobby en misschien  zelfs dreigementen van het bedrijfsleven (anders gaan we naar het buitenland). Terugtreden en de vrije markt z’n gang laten gaan… hebben ze dan niets geleerd van de 19e eeuw? Dat de vrije markt neerkomt op onderhandelen, en dat de sterkste partij dan aan het langste eind trekt. En zo komt het helemaal niet goed.

Sinds het terugtreden van onze overheid zijn de verschillen tussen arm en rijk groter geworden, buurthuizen zijn gesloten, de basisbeurs voor studenten is afgeschaft, sociale werkplaatsen zijn gesloten, de GGZ en de ouderenzorg zijn uitgekleed en we zijn nu op het punt dat mensen geen woning meer kunnen kopen of huren door de hoge prijzen, gevolg van de vrije markt, terwijl er hele gezinnen, die hun huur niet meer kunnen betalen, op straat belanden.


Terugtredende overheid, mensen op straat gezet

Wordt het niet eens tijd dat de regering haar excuses aanbiedt? Op basis van voortschrijdend inzicht.
Twee moeilijkheden: ten eerste hebben wij die regering zelf gekozen. Op de verkeerde partijen gestemd! Het enige dat we kunnen doen is elkaar onze excuses aanbieden. Gewoon op je buren afstappen en sorry zeggen. Of in de buurt of de stad, gewoon af en toe eens iemand de hand schudden. ‘Sorry voor deze regering, ik heb verkeerd gestemd’
Ten tweede: bij excuses hoort ook voortschrijdend inzicht, Maar eigenlijk weten we vooral wat we niet moeten doen!
Veel handen schudden kan mogelijk helpen, daardoor groeit misschien een vreemd soort onderlinge verbondenheid en een besef dat we zelf verantwoordelijk zijn… en daardoor kunnen we misschien moed vatten om zelf ook aan de slag te gaan, om te beginnen in onze eigen buurt. Denk aan bovengenoemde mogelijkheden van een energiecoöperatie, een buurtmoestuin, een repaircafé, wederzijdse dienstverlening en LET’s. Misschien kunnen we op deze manier de economie vanaf de grond weer opbouwen, met onze buren en zonder Adam Smith.


Buurtmoestuin ‘de vlindertuin’ in Arnhem
Nawoord
Het kan zijn dat opgevoerde feiten soms niet kloppen, bij de eindcontrole kon ik ze niet allemaal meer terugvinden. Toch hoop ik dat dit geen afbreuk doet aan het idee dat de gegeven voorbeelden samen een gevarieerde context vormen, een serie ‘landschappen’, die kunnen helpen bij hoe we aankijken tegen het Nederlandse slavernijverleden, en bij hoe we daar mee omgaan. Waarbij het naturlijk denkbaar is dat de lezer deze context aanvult met één of meer eigen ‘landschappen’.

Flip Krabbendam Jan. 2023

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *